Aanleg om aan te komen

Aanleg om aan te komen

Hoe kan het dat de één sneller aankomt dan de ander?

Hongergevoel

Hongergevoel

Wat hebben je genen te maken met je hongergevoel?

Jojo-effect

Jojo-effect

Hoe kan het dat je na gewichts-verlies snel weer aankomt?

Testosteron

Testosteron

Wat is het verband tussen je lichaamsgewicht en testosteron?

Schildklier

Schildklier

Welke rol speelt je schildklier bij een gezond gewicht?

Cortisol

Cortisol

Wat is de invloed van het hormoon cortisol op je gewicht?

Hoe kun je succesvol afvallen

Afvallen

Succesvol afvallen is voor veel mensen een uitdaging. Een gezond voedingspatroon en voldoende beweging spelen een belangrijke rol bij het bereiken of vasthouden van een gezond lichaamsgewicht. Minder bekend is dat aanleg ook een belangrijke rol speelt. Onze genen bepalen de neiging tot het opslaan van energie, de mate waarin we een hongergevoel ervaren, of we door het jojo effect snel aankomen na gewichtsverlies en of we in staat zijn koolhydraten efficiënt te verteren of vetten te verbranden. 

Naast onze genetische aanleg wordt ook de invloed die stress heeft op het lichaamsgewicht vaak onderschat. Een hoog cortisolniveau wordt in verband gebracht met een grotere neiging tot het consumeren van voedingsmiddelen die veel koolhydraten en vetten bevatten. Ook zorgt cortisol ervoor dat er meer vet wordt opgeslagen in de buikstreek.

Belangrijke onderdelen binnen succesvol afvallen zijn:

Aanleg om aan te komen

Een goede balans tussen de inname en de verbranding van calorieën, lichamelijke beweging en je genetische achtergrond vormt de sleutel tot je optimale lichaamsgewicht. De aanleg om gewicht te verliezen en op welke manier dit voor jou het beste werkt, ligt vast in je DNA. Zo toont een bepaald gen in welke mate je eetlust goed gereguleerd wordt en bepaalt een ander gen in hoeverre je in gewicht aankomt door inname van verzadigde vetten. Ook de manier waarop jouw lichaam reageert op koolhydraten vind je terug in je genetische aanleg.

Hongergevoel

Het moment waarop we honger hebben of vol zitten verschilt van mens tot mens. Dit komt omdat de aanleg voor hongergevoel en het gevoel van verzadiging voor een deel al vastligt in je DNA. Het FTO gen bepaalt wanneer je tijdens het eten een stopsignaal van je hersenen ontvangt als teken dat je voldoende hebt gehad. Het NMB gen reguleert het hongergevoel; de kans dat je relatief kort na een maaltijd alweer trek krijgt in een snack of tussendoortje is afhankelijk van de variant van het NMB gen waarover je beschikt.

Jojo-effect 

Meer dan driekwart van de mensen die gewicht verliezen zitten na een jaar weer op hun oorspronkelijke gewicht. Het zogenaamde jojo-effect ontstaat vaak doordat het gekozen dieet op lange termijn niet goed vol te houden is. Het kan echter ook te wijten zijn aan je genetische achtergrond: ons ADIPOQ gen heeft onder andere invloed op succesvol gewichtsverlies en bepaalt mede in welke mate je in staat bent het jojo-effect te vermijden.

Testosteron

Testosteron is een hormoon dat zowel mannen als vrouwen aanmaken, het niveau ligt bij een man echter vijf à tien keer zo hoog als bij een vrouw. Testosteron zorgt voor versterking van botten en behoud van de spiermassa, maar regelt ook de vetregulatie en vetopslag in ons lichaam. Je testosteron kan onderverdeeld worden in gebonden en vrij testosteron. Wanneer er sprake is van een verlaagd vrij testosteronniveau, is het risico op overgewicht groter.

Schildklier

De werking van je schildklier bepaalt mede je energiestofwisseling. Een goed werkende schildklier maakt onder invloed van het hormoon TSH precies de juiste hoeveelheid schildklierhormonen aan zodat de voedingsstoffen die je inneemt, goed worden omgezet naar bruikbare stoffen voor het lichaam. Wanneer je TSH niveau te laag of te hoog is, heeft dit direct gevolgen voor de snelheid waarop je stofwisseling werkt. Bij een trage stofwisseling verbrand je minder calorieën waardoor je sneller gewicht aankomt en moeilijker kilo’s verliest.

Cortisol

Cortisol wordt ook wel het stresshormoon genoemd; het maakt ons even extra alert zodat we goed kunnen presteren. Wanneer we een lange periode veel stress ervaren wordt door ons lichaam langdurig veel cortisol aangemaakt. Dit verhoogde cortisolniveau zorgt, naast het risico op een burn-out, voor een stijging van het suiker in je bloed. Het overschot aan suikers wordt niet gebruikt en als voorraad opgeslagen als vet rondom de buik, waar je moeilijk weer van af komt.