Verdenk jij een lactose-intolerantie?

Heb je klachten na het eten van zuivelproducten? Denk je aan een lactose-intolerantie, maar twijfel je of het misschien om iets anders gaat? Hoewel een lactose-intolerantie vaak wordt genoemd, kunnen ook melkeiwitten zoals caseïne en lactoglobuline klachten veroorzaken. In dat geval is er sprake van een melkeiwitintolerantie. Als je vooral klachten krijgt van koemelk, wordt dit soms ook wel aangeduid als koemelkeiwitintolerantie. De term melkintolerantie wordt in de praktijk breder gebruikt, maar is geen officiële diagnose en kan zowel op eiwitten als op lactose doelen.

Onze intolerantie testen meten geen lactose-intolerantie, maar wél een overgevoeligheid voor melkeiwitten, zoals caseïne, lactalbumine en lactoglobuline. Deze eiwitten komen onder andere voor in producten zoals koemelk, schapenmelk, yoghurt en kaas (bijvoorbeeld gouda, camembert en geitenkaas).

Door middel van een vingerprik kan er bloed verzameld worden in een klein buisje dat vervolgens naar ons gecertificeerde laboratorium gestuurd wordt voor onderzoek. Bij deze test wordt er gekeken of er specifieke antistoffen tegen melkeiwitten in het bloed zitten. Ook wordt er gekeken of je wel tegen verwarmde melk en/of rauwe melk kunt. Hierdoor krijg je een compleet beeld van welke zuivelproducten je wel en niet kunt verdragen. We hebben twee uitgebreide intolerantie testen waar zuivelproducten worden getest, Intolerantie test plus en Intolerantie test pro

Doe de intolerantie test en ontdek of je overgevoelig bent voor zuivel!

Bij welke symptomen is een intolerantie test zinvol?

Bij een lactose-intolerantie maakt je lichaam te weinig van het enzym lactase aan. Daardoor wordt lactose (melksuiker) niet goed afgebroken in de dunne darm. Onze intolerantie testen meten geen enzymactiviteit. Daarvoor kun je bij je huisarts terecht voor een lactose-ademtest. Wel bieden wij de DNA test Leefstijl-Gene aan waarbij je kunt testen of je een genetische aanleg hebt voor een lactose-intolerantie en andere gezondheidsaspecten.

Wat we wél met de intolerantie test meten, is of je lichaam (je immuunsysteem) overgevoelig reageert op eiwitten in melk. De klachten kunnen lijken op die van lactose-intolerantie, zoals:

Herken je één of meer symptomen? Doe dan de intolerantie test!

  • Ontdek of je overgevoelig bent voor melkeiwitten.
  • Test op 196 (Plus) of 287 (Pro) voedingsmiddelen.
  • Deze intolerantie test kun je makkelijk zelf afnemen.
  • Gespecialiseerd lab onderzocht voor een betrouwbaar resultaat.

Onze testen zijn informatief. Om een melkeiwitintolerantie vast te leggen, kun je naar de huisarts gaan om de diagnose te laten stellen. Echter is er vaak sprake van meerdere voedselintoleranties tegelijk en soms komt lactose negatief uit een test terwijl je wel symptomen kunt hebben. Daarom raden wij een uitgebreide intolerantie test aan, waarbij op een groot aantal intoleranties wordt getest.

Verschillen lactose-intolerantie en melkeiwitintolerantie

Een lactose-intolerantie en melkeiwitintolerantie worden vaak met elkaar verward, maar het zijn twee totaal verschillende processen in het lichaam. Hieronder kun je meer lezen over de verschillen tussen een melkeiwit- en een lactose-intolerantie.


Kenmerk Lactose-intolerantie Melkeiwitintolerantie
Oorzaak Tekort aan enzym lactase Reactie op eiwitten zoals caseïne
Klachten Buikpijn, diarree, gasvorming Buikklachten, huidklachten, vermoeidheid
Testtype Ademtest, genetische test,
DNA test Leefstijl-Gene
IgG-bloedtest (Intolerantie test plus of pro)
Oplossing Lactosevrij dieet / enzymtabletten Melkeiwitvrij dieet
Lactose-intolerantie
Oorzaak:Tekort aan enzym lactase
Klachten:Buikpijn, diarree, gasvorming
Testtype:Ademtest, genetische test, DNA test Leefstijl-Gene
Oplossing:Lactosevrij dieet / enzymtabletten
Melkeiwitintolerantie
Oorzaak:Reactie op eiwitten zoals caseïne
Klachten:Buikklachten, huidklachten, vermoeidheid
Testtype:Ademtest, genetische test, IgG-bloedtest (Intolerantie test plus of pro)
Oplossing:Melkeiwitvrij dieet

Lactose-intolerantie

Bij een lactose-intolerantie is er sprake van een tekort aan het enzym-lactase. Dit enzym zorgt ervoor dat melksuiker (lactose) wordt afgebroken in de dunne darm. Wanneer dat niet goed gebeurt, blijft lactose onverteerd achter in de darmen, waar het klachten veroorzaakt zoals winderigheid, krampen, diarree en een opgeblazen gevoel.

Melkeiwitintolerantie

Bij een melkeiwitintolerantie gaat het niet om een enzymtekort, maar om een immuunreactie op eiwitten in melk, zoals caseïne en wei-eiwitten. Het lichaam maakt antilichamen (IgG) aan tegen deze eiwitten, wat kan leiden tot vertraagde klachten. Deze klachten ontstaan vaak pas enkele uren na consumptie en zijn daardoor moeilijker te herkennen. Bovendien zijn de symptomen vergelijkbaar met die van een lactose-intolerantie en daarom is het niet altijd makkelijk te onderscheiden.

Wat is het verschil met een melkallergie?

Een melkallergie is iets anders dan een melkeiwitintolerantie of lactose-intolerantie. Bij een allergie is het afweersysteem (IgE) direct betrokken en kan het lichaam heftig reageren op zelfs een kleine hoeveelheid melkeiwit, bijvoorbeeld met huiduitslag, benauwdheid of zwelling. Een melkeiwitintolerantie daarentegen veroorzaakt meestal vertraagde reacties via het IgG-immuunsysteem. De klachten zijn daardoor vaak minder acuut, maar kunnen wel langdurig aanwezig zijn. Een allergie op koemelk wordt ook wel koemelkallergie of melkallergie genoemd.

Voordelen van een intolerantie test

Onze intolerantie test biedt hier een voordeel: hij meet namelijk de gevoeligheid voor specifieke melkeiwitten, zoals caseïne, lactalbumine en lactoglobuline, én laat zien op welke zuivelproducten je reageert. Dit geeft je een veel uitgebreider en specifieker beeld dan alleen een lactose-ademtest. Bovendien kun je met deze test ook ontdekken of je bepaalde soorten melk (zoals geitenmelk of schapenmelk) wél verdraagt.

De intolerantie test is dus breder en specifieker dan een standaard lactose-ademtest en helpt je om inzicht te krijgen in jouw persoonlijke gevoeligheden voor zuivel, ook als lactose geen probleem lijkt te zijn.

De oorzaken van een melkeiwit- en lactose-intolerantie

Er zijn verschillen in de oorzaken van een lactose-intolerantie en een melkeiwitintolerantie. Hieronder lees je de belangrijkste oorzaken.

Oorzaken van een lactose-intolerantie

Een lactose-intolerantie ontstaat wanneer het lichaam te weinig lactase-enzymen aanmaakt, dat nodig is om lactose (melksuiker) af te breken. Er zijn verschillende vormen:

  • Primaire lactose-intolerantie: deze vorm komt het meest voor en ontstaat doordat de productie van lactase geleidelijk afneemt na de kindertijd.
  • Secundaire lactose-intolerantie: dit wordt veroorzaakt door schade aan de dunne darm, bijvoorbeeld door infecties, coeliakie of de ziekte van Crohn. Als de darm zich herstelt, kan deze vorm tijdelijk zijn.
  • Aangeboren (congenitale) lactose-intolerantie: deze vorm van lactose-intolerantie komt zelden voor en betekent dat iemand vanaf de geboorte geen of nauwelijks lactase aanmaakt.
  • Genetische aanleg en afkomst: een lactose-intolerantie komt vaker voor bij mensen van Aziatische, Afrikaanse of Zuid-Europese afkomst, vanwege genetische verschillen in lactaseproductie. De prevalentie varieert sterk per bevolkingsgroep. Zo heeft naar schatting 60–100% van de Oost-Aziatische bevolking, 70–90% van de Afrikaanse bevolking, en 50–80% van de Zuid-Europese bevolking een lactose-intolerantie. Ter vergelijking: in Noordwest-Europa (zoals Nederland en Scandinavië) ligt dit percentage veel lager, rond de 5–15%. Deze verschillen worden grotendeels verklaard door genetische variaties in het MCM6-gen, dat de activiteit van het lactase-gen (LCT) reguleert.

Oorzaken van een melkeiwitintolerantie

Een melkeiwitintolerantie is anders van aard. Het is geen enzymprobleem, maar een reactie van het immuunsysteem op eiwitten in melk, zoals:

  • Caseïne (Bos d 8): dit is het belangrijkste melkeiwit dat ook na verhitting actief blijft. Als je hierop reageert, kun je vaak geen melk of kaas verdragen, ook niet als het verhit is.
  • Lactoglobuline (Bos d 5): dit is een eiwit dat vooral voorkomt in wei (het vochtige deel van melk). Dit eiwit wordt afgebroken bij verhitting, dus je kunt mogelijk wél verwarmde zuivel verdragen.
  • Lactalbumine (Bos d 4): dit is ook een wei-eiwit dat gevoelig is voor verhitting. Reactie op dit eiwit kan betekenen dat je rauwe melk slechter verdraagt dan verhitte melkproducten.

Deze intolerantie kan op elke leeftijd ontstaan en komt vaak voor in combinatie met andere voedselintoleranties. De oorzaak is vaak een verstoring van de darmbarrière of het immuunsysteem, waardoor het lichaam bepaalde eiwitten als ‘indringer’ ziet. Ook stress, een verstoorde darmflora of eerder antibioticagebruik kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een melkeiwitintolerantie.

Onze test helpt je te ontdekken of je een reactie hebt op specifieke melkeiwitten en dus mogelijk baat hebt bij het vermijden van bepaalde zuivelproducten. Dit geeft waardevolle inzichten, vooral als je eerder een negatieve lactose-intolerantietest kreeg maar toch klachten houdt.

Wat je kunt doen met de uitslag van jouw intolerantie test

Binnen veertien dagen nadat jouw sample is teruggestuurd krijg je een overzichtelijke uitslag veilig per mail. In het meest complete intolerantie-rapport staat jouw reactie op 287 voedingsmiddelen ingedeeld in overzichtelijke categorieën. Met kleuren (groen - oranje - rood) wordt duidelijk aangegeven hoe sterk je reactie op verschillende zuivelproducten is. We meten de volgende zuivelproducten:

Karnemelk, camembert, emmentaler, gouda, hüttenkäse, koemelk, mozzarella, parmezaanse kaas, koemelk bos d 4* (alpha - lactalbumine), koemelk bos d 5* (bèta - lactoglobuline), koemelk bos d 8* (caseïne), buffelmelk, kamelenmelk, geitenkaas, geitenmelk, kwartel ei, eiwit, eigeel, schapenkaas en schapenmelk.

Het rapport bestaat uit drie onderdelen

  • We beginnen met een samenvatting van alle hoofdcategorieën. Hierin kun je direct zien binnen welk gebied jouw aandachtspunten liggen. De hoofdcategorieën zijn: groenten, granen & zaden, peulvruchten, fruit, noten, ei & melk, koffie & thee, superfoods, paddenstoelen, vis & zeevruchten, vlees, kruiden en overige.
  • In de specifieke hoofdstukken worden de hoofdcategorieën uitgesplitst. Zo zitten er bijvoorbeeld twintig verschillende zuivelproducten in de ei en melk categorie. Achter ieder voedingsmiddel staan drie bolletjes. Aan de kleur kun je direct zien hoe hevig de reactie is.
  • In het derde gedeelte van het rapport wordt uitgelegd wat de mogelijke symptomen zijn die samenhangen met een intolerantie op dit specifieke voedingsmiddel. Vervolgens krijg je informatie waar dit voedingsmiddel vaak in wordt verwerkt. Denk bijvoorbeeld aan koemelk, dat zit ook vaak in koekjes, kaas, yoghurt, etc. Je krijgt daarnaast informatie waar je op moet letten als je het etiket van een voedingsmiddel bekijkt. Tot slot krijg je een lijst met alternatieve voedingsmiddelen die je als vervangend product kunt gebruiken.

Voorbeeld vanuit een intolerantie- uitslag over koemelk

Uw IgG-gehalte voor koemelk is 10,4 µg/ml. Geassocieerde symptomen van een voedselintolerantie na het consumeren van koemelk zijn: misselijkheid, maagpijn, gas, krampen, een opgeblazen gevoel, braken, brandend maagzuur, diarree, hoofdpijn, prikkelbaarheid en nervositeit.

Voedingsmiddelen en gerechten die koemelk bevatten zijn onder meer zuivelproducten als: boter, kaas, room, zure room, vla, yoghurt, ijs en pudding. Koemelkeiwit zit vaak in gratins, brood, koekjes, crackers, cake, beslag, cake mix, ontbijtgranen, chocolade, koffiemelk, mueslirepen, margarine, aardappelpuree en saladedressings. Op etiketten van levensmiddelen kan melkeiwit worden aangeduid als kunstmatige boter, kaassmaak, caseïne, diacetyl, curd, ghee, hydrolysaten, lactalbumine, recaldent, stremsel, tagatose of wei.

Mogelijke alternatieven voor koemelk zijn geitenmelk, kamelenmelk, schapenmelk en buffelmelk. Plantaardige alternatieven zijn kokosmelk, rijstmelk, sojamelk, amandelmelk en havermelk. Houd er rekening mee dat de eiwitten in de melk van verschillende dieren structureel vergelijkbaar zijn met de eiwitten in koemelk. Sommige patiënten kunnen ze verdragen, anderen kunnen soortgelijke reacties krijgen als na het consumeren van koemelk.

Intolerantie

Praktische tips bij een melkeiwitintolerantie (ook geschikt bij lactose-intolerantie)

Als uit de test blijkt dat je gevoelig reageert op melkeiwitten, kun je het beste een melkeiwitvrij dieet volgen. Dat betekent dat je geen producten eet die koemelk, geitenmelk of schapenmelk bevatten. Ook vermijd je voedingsmiddelen waarin melkeiwitten zoals caseïne, lactoglobuline of lactalbumine zijn verwerkt. Hieronder vind je tips voor bij het melkeiwitvrij dieet. Uiteraard krijg je nog veel meer tips van ons na het afnemen van onze voedselintolerantietest. Deze tips zijn handig als je lactose-intolerant bent en lactosevrij eet of als je een koemelkallergie hebt en koemelkvrij moet eten.

Melkeiwitintolerantie: wat je beter niet kunt eten

Bij melkeiwitintolerantie vermijd je producten zoals melk, yoghurt, kaas, boter, room, ijs en andere zuivelproducten. Ook verborgen melkbestanddelen in koekjes, sauzen, chocolade of kant-en-klaarproducten kunnen klachten veroorzaken. Lees daarom altijd goed het etiket. Een diëtist kan je helpen bij het volgen van een melkeiwitvrij dieet.

Wat je wél mag eten bij een melkeiwitintolerantie

Er zijn gelukkig veel alternatieven:

  • Plantaardige melkvervangers zoals soja-, haver-, kokos-, rijst- of amandelmelk / plantaardige yoghurt / kwark
  • Zuivelvrije margarines en plantaardige smeersels
  • Kaasvervangers op basis van noten of kokosolie
  • Zelfgemaakte zuivelvrije sauzen en desserts, zoals romige cashewsaus, avocadosaus, chia-pudding met kokosmelk of bananenijs van bevroren banaan en plantaardige melk

Let op: als je een melkeiwitintolerantie hebt, kunnen sommige producten met het label 'lactosevrij' alsnog melkeiwitten bevatten. Die zijn dus niet geschikt bij een melkeiwitintolerantie.

Begeleiding door een professional

Een diëtist of voedingsdeskundige kan je helpen bij het vinden van volwaardige alternatieven en het voorkomen van tekorten, bijvoorbeeld aan calcium, vitamine B12 of eiwitten. Je krijgt van ons na de test ook praktische tips en suggesties om direct mee aan de slag te gaan.

Voorbeelddagmenu bij een melkeiwitintolerantie (ook geschikt bij lactose-intolerantie)

Heb je een melkeiwitintolerantie en wil je weten wat je nog wél kunt eten? Hier vind je een voorbeeldmenu zonder koemelk, geitenmelk, schapenmelk of afgeleide eiwitten zoals caseïne en wei.

Ontbijt: een schaaltje plantaardige yoghurt (zoals soja-, haver- of kokosyoghurt) met stukjes appel, een handje rood fruit (bijvoorbeeld aardbeien en bramen), drie eetlepels havermout en een snufje chiazaad.

Tip: start je dag met warme kruidenthee of lauwwarm citroenwater om je spijsvertering rustig op gang te brengen.

Lunch: twee speltcrackers met een zuivelvrij smeersel zoals hummus of avocadospread. Beleg ze met kalkoenfilet, plakjes komkommer of radijs en een handje rucola. Voeg eventueel een gekookt eitje toe voor extra eiwitten en verzadiging.

Avondeten: gegrilde tempeh, kipfilet of zalmfilet met quinoa, gegrilde asperges, paprika en lente-ui. Serveer met een sausje op basis van cashewpasta, plantaardige room (zonder melkbestanddelen) en tamari (glutenvrije sojasaus).

Uitgebreide analyse: melkeiwitten, genetica en intolerantie

In je rapport kom je ook verschillende Bos-eiwitten tegen. Deze eiwitten kunnen meer informatie geven over wat voor soort melkproducten je niet kunt verdragen. In onderstaand artikel leggen we wat meer uit over de verschillende soorten eiwitten en het effect ervan.

Melkeiwitten (Bos d 4/Bos d 5, Bos d 8)

We krijgen vaak de vraag: "Wat zijn de verschillende melkeiwitten die in mijn uitslag staan en hoe kan het dat ik een intolerantie heb voor het ene melkeiwit en voor het andere melkeiwit niet?" Bos d 4 en Bos d 5 zijn wei-eiwitten die vernietigd worden bij verhitting.

Als je positief (rode of oranje bolletjes in je uitslag) bent voor een van deze twee eiwitten die niet tegen hitte kunnen, zou je verwarmde melk moeten kunnen verdragen. Bos d 8 daarentegen is een caseïne die erg stabiel is en dat ook blijft bij verhitting. Als je positief bent voor Bos d 8, zou je geen rauwe melk en ook geen verhitte/gekookte melk verdragen.

Aanleg lactose-intolerantie meten

Aanleg speelt een rol bij de lactose-stofwisseling en meer specifiek bij de aanmaak van lactase. Als je het lactase-enzym niet hebt of er te weinig van aanmaakt, kan het zijn dat het MCM6-gen hier een rol bij speelt. Dit gen zorgt niet direct voor de aanmaak van lactase, maar het regelt de activiteit van het LCT-gen. Wanneer het MCM6-gen het LCT-gen niet aanstuurt, wordt het lactase-enzym niet of minder aangemaakt. Het MCM6-gen bepaalt hierdoor dus of we wel of niet voldoende van het lactase-enzym hebben.

De reden voor de afwezigheid van het lactase-enzym is het MCM6-gen. Hoewel dit gen niet functioneel gerelateerd is aan de lactose-stofwisseling, regelt het wel de activiteit van het LCT-gen. Wanneer het MCM6 gen het LCT-gen niet aanstuurt, wordt het lactase-enzym niet aangemaakt. Het MCM6-gen bepaalt hierdoor dus of we het lactase-enzym wel of niet voldoende hebben.

Naast een oorsprong in je aanleg kan lactose-intolerantie of gevoeligheid ook op latere leeftijd optreden. Bij een groot deel van de mensen neemt het lactase-niveau door de jaren geleidelijk af waardoor ze in de loop van de tijd lactose-gevoelig worden. Zodra je niet meer afhankelijk bent van moedermelk en steeds meer andere voedingsstoffen binnenkrijgt, neemt de productie van lactase ook automatisch af. Wanneer je dan in korte tijd een aantal glazen melk drinkt heeft je lichaam er moeite mee om deze hoeveelheid lactose te kunnen verteren. Ook een beschadiging aan de darmwand kan ervoor zorgen dat je niet meer in staat bent om het enzym lactase aan te maken. Wanneer de darmwand niet meer hersteld kan worden, zoals in geval van de ziekte van Crohn, kun je op latere leeftijd lactose-intolerant worden en blijven.

Herken je jezelf in bovenstaande klachten na het nuttigen van zuivel? Bij de Nutri-Gene pro DNA leefstijl test worden de genen geanalyseerd die betrokken zijn bij het ontwikkelen van de lactose-intolerantie. Dit laat zien of je op termijn in staat bent om lactose af te breken. In jouw persoonlijke resultatenboek geven we je praktische tips om je leefstijl en eetpatroon aan te passen aan de werking van je genen.

Kom te weten of genetica bij jou een rol speelt

DNA test Leefstijl-Gene

  • Aanleg voor een lactose-intolerantie?
  • Een uitgebreide DNA leefstijltest geeft duidelijkheid!
  • Meer dan 80 leefstijlonderdelen in beeld waaronder lactose-intolerantie.
  • In de speciale app krijg je begrijpelijke uitleg en persoonlijk leefstijladvies.
299,00

Bronnen

1. Anthoni, S., Savilahti, E., Rautelin, H., Kolho, K. L., & Färkkilä, M. (2009). Milk protein IgG and IgA: The association with milk-induced gastrointestinal symptoms in adults. World Journal of Gastroenterology, 15(38), 4915–4918. Lees meer

2. Baghlaf, M. A., & Eid, N. M. S. (2021). Prevalence, risk factors, clinical manifestation, diagnosis aspects and nutrition therapy in relation to both IgE and IgG cow’s milk protein allergies among a population of Saudi Arabia: A literature review. Current Research in Nutrition and Food Science Journal, 9(2), 558–567. Lees meer

3. Burks, A. W., Williams, L. W., Casteel, H. B., Connaughton, C., Cockrell, G., O'Brien, T. J., & Helm, R. M. (1990). Antibody response to milk proteins in patients with milk-protein intolerance documented by challenge. Journal of Allergy and Clinical Immunology, 86(4), 527–536. Lees meer

4. Keith, J. N. (2020). Lactose intolerance and milk protein allergy. Current Treatment Options in Gastroenterology, 18(2), 164–172. Lees meer

5. Koletzko, S., Niggemann, B., Arató, A., Dias, J. A., Heuschkel, R., Husby, S., Mearin, M. L., Papadopoulou, A., Ruemmele, F. M., & Vandenplas, Y. (2012). Diagnostic approach and management of cow’s-milk protein allergy in infants and children: ESPGHAN GI Committee practical guidelines. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition, 55(2), 221–229. Lees meer

6. Kvehaugen, A. S., Tveiten, D., & Farup, P. G. (2018). Is perceived intolerance to milk and wheat associated with the corresponding IgG and IgA food antibodies? A cross-sectional study in subjects with morbid obesity and gastrointestinal symptoms. BMC Gastroenterology, 18, Article 50. Lees meer

7. Lo Pizzo, M., Pratelli, G., Tamburini, B., Badami, G. D., Galioto, S., Di Bella, S., … & Rossi, F. (2024). Cow’s milk: A benefit for human health? Omics tools and precision nutrition for lactose intolerance management. Nutrients, 16(2), Article 320. Lees meer

8. Olivier, C. E., Lorena, S. L. S., & Pavan, C. R. (2012). Is it just lactose intolerance? Allergy and Asthma Proceedings, 33(6), 1–4. Lees meer

9. Storhaug, C. L., Fosse, S. K., & Fadnes, L. T. (2017). Country, regional, and global estimates for lactose malabsorption in adults: A systematic review and meta-analysis. The Lancet Gastroenterology & Hepatology, 2(10), 738–746. Lees meer

10. Turnbull, J. L., Adams, H. N., & Gorard, D. A. (2015). The diagnosis and management of food allergy and food intolerances. Alimentary Pharmacology & Therapeutics, 41(1), 3–25. Lees meer

11. Vandenplas, Y., Broekaert, I., Domellöf, M., & Szajewska, H. (2024). An ESPGHAN position paper on the diagnosis, management, and prevention of cow’s milk allergy. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition. Lees meer